Opgelet: Nieuwe kortgedingprocedure vanaf 1 januari 20251. Op 1 januari 2025 treedt een nieuwe procedure in werking voor het kort geding voor de afdeling Bestuursrechtspraak: enerzijds is artikel 17 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 vervangen bij de wet van 11 juli 2023, en, anderzijds, is het koninklijk besluit van 5 december 1991 tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State opgeheven en vervangen bij het koninklijk besluit van 19 november 2024. Die nieuwe bepalingen kunnen hier worden geraadpleegd. Voor de kortgedingprocedures ingesteld vóór 1 januari 2025 blijven de oude bepalingen van toepassing. 2. Voortaan is de elektronische procedure verplicht voor verzoekers die bijgestaan of vertegenwoordigd worden door een advocaat alsook voor de overheden bedoeld in artikel 14, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. Enkel de rechtzoekenden die hun verdediging alleen voeren, kunnen nog een verzoekschrift op papier indienen. Als ze dat willen, kunnen ze echter ook kiezen voor de elektronische procedure, hetgeen ten zeerste aanbevolen wordt.
3. De kort gedingen zullen behandeld worden op basis van een door de Raad van State vastgestelde procedurekalender, waarin bepaald zal worden: - op welk ogenblik de verwerende partij het administratief dossier en haar nota met opmerkingen zal moeten indienen; - op welk ogenblik de tussenkomende partij haar verzoekschrift tot tussenkomst zal moeten indienen; - op welke datum de zitting zal plaatsvinden.
4. In de nieuwe bepalingen wordt nog steeds een onderscheid gemaakt tussen het kort geding bij uiterst dringende noodzakelijkheid, waarbij de zaak in principe binnen een termijn van 15 dagen of minder behandeld moet worden, en de andere vorderingen tot schorsing of tot het bevelen van voorlopige maatregelen, waarbij geen dergelijke korte onderzoekstermijnen in acht genomen moeten worden. De wetgever wil er met deze maatregelen voor zorgen dat kortgedingzaken sneller behandeld worden. De vorderingen die niet binnen een termijn van 15 dagen of minder behandeld moeten worden, worden geacht binnen ongeveer 3 maanden behandeld te worden.
5. Het vademecum betreffende de procedure voor de afdeling Bestuursrechtspraak zal binnenkort bijgewerkt worden.
(31/12/2024) |