Verplichte sluiting horeca – Avondklok - verwerping van de vorderingen tot schorsingBij arresten nrs. 248.818 en 248.819 van 30 oktober 2020 verwerpt de algemene vergadering van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State twee vorderingen tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid.
De eerste vordering betwist de sluiting van cafés en restaurants die in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus is opgelegd door ministeriële besluiten van 18, 23 en 28 oktober 2020. In deze zaak verwerpt de Raad van State vooreerst de zienswijze van verzoekster dat de minister van Binnenlandse Zaken niet de bevoegdheid had om de genomen maatregel uit te vaardigen. Ook verwerpt de Raad de kritiek die in essentie steunt op de schending van een aantal rechtsbeginselen zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel, het proportionaliteitsbeginsel, en de vrijheid van ondernemen van horeca-uitbaters.
De tweede vordering is gericht tegen de avondklok die door dezelfde ministeriële besluiten werd ingesteld. De Raad van State is van mening dat verzoekers niet doen aannemen dat de avondklok een aantal grondwetsbepalingen, de vrijheid van de persoon en het recht op de eerbiediging van het privéleven schendt. De Raad oordeelt ook dat verzoekers niet aannemelijk maken dat er voor de avondklok geen wettelijke grondslag zou zijn. (30/10/2020) |