Schorsing: huurcontract voor een gebouw voor de diensten van het Brussels Hoofdstedelijk GewestDe vennootschappen BEFIMMO en FEDIMMO hebben bij de Raad van State de schorsing gevorderd van de tenuitvoerlegging van de beslissing van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest d.d. 6 september 2018 om met de vennootschap GHELAMCO een huurcontract af te sluiten voor een gebouw waarin een groot aantal personeelsleden van het regionale bestuur zou worden ondergebracht.
Bij zijn arrest nr. 242.755 van 23 oktober 2018 over de vordering ingesteld door de vennootschap FEDIMMO, heeft de Raad van State de schorsing bevolen van de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing.
Als antwoord op de partijen die zich in die zaak verzetten, heeft de Raad van State, in het kader van een onderzoek bij uiterst dringende noodzakelijkheid, geoordeeld dat de omstreden onderneming, in tegenstelling tot wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest beweerde, beschouwd moest worden als een "overheidsopdracht voor aanneming van werken". Dat betekent dat de desbetreffende regels nageleefd moesten worden. Het feit dat gesteld wordt dat het hier om een overheidsopdracht voor de aanneming van werken gaat, betekent niet dat dit arrest in strijd is met arrest nr. 242.094 dat op 12 juli 2018 is gewezen en waarin die omschrijving was uitgesloten. De opzet is immers zodanig geëvolueerd dat het project zich anders aandient dan in het kader van het beroep dat beslecht is bij het arrest van 12 juli 2018.
Voorts is de vennootschap FEDIMMO in de procedure bij uiterst dringende noodzakelijkheid gevolgd voor zover ze het Brussels Hoofdstedelijk Gewest verwijt het gelijkheids- en het non-discriminatiebeginsel alsook het transparantiebeginsel niet in acht te hebben genomen. Aangezien het Brussels Hoofdstedelijk Gewest erkend heeft niet in staat te zijn de uitnodigingen over te leggen om deel te nemen aan de onderhandelingen (uitnodigingen die volgens haar telefonisch hebben plaatsgevonden), noch de notulen van die vergaderingen, heeft de Raad van State die kritiek ernstig bevonden, meer in het bijzonder omdat niet kon worden aangetoond dat het gewest de onderhandelingen had gevoerd met inachtneming van het gelijkheids-, het non-discriminatie en het transparantiebeginsel.
Aangezien de Raad van State de schorsing heeft bevolen van de tenuitvoerlegging van de bestreden handeling op basis van het verzoekschrift dat door de vennootschap FEDIMMO is ingediend, heeft hij geoordeeld dat de uitspraak over het verzoekschrift met dezelfde strekking, ingediend door de vennootschap BEFIMMO, diende te worden uitgesteld. (23/10/2018) |